dinsdag 21 januari 2014

DE OPKOMST VAN DE MEREL

Tijdens onze tuintelling zondagmiddag liet de Merel (Turdus merula) zich net een half uur niet zien. Dat moet toeval zijn want normaal is onze tuin is vast deel van een merelterritorium.
Vanmorgen om half acht was hij in het park achter ons huis zelfs al te horen.



Foto: Merelman

In de klassieke muziek zijn mij geen composities met merelzang van voor 1900 bekend. Het lijkt erop dat Maurice Ravel in 1905 de eerste was met zijn, duidelijk op merelzang geïnspireerde pianostuk, Oiseaux Tristes. De eerdere afwezigheid van de Merel heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat de Merel heel lang een schuwe bosvogel is geweest. Toch moet Beethoven hem op zijn minst gehoord hebben anders had hij zeker niet het lied To the Blackbird geschreven. Daar komt hij overigens alleen in de, op een Welsh volksliedje gebaseerde, tekst voor. (‘Uw zoetvloeiende melodie streelt het oor.’). Beethoven heeft hem niet verklankt.
Een mooi merelstuk is ook Blackbird van Henri Dutilleux uit 1950. Natuurlijk voert ook Olivier Messiean de Merel een aantal keren op, bijvoorbeeld in Le Merle Noir voor fluit en piano (1952). In het eerste deel van zijn Quator Pour La Fin Du Temps (1941) wordt hij geciteerd door de klarinet. De viool speelt mee als Nachtegaal.
Niet verwonderlijk is het veelvuldige optreden van de Merel in de popmuziek. Blackbird van de Beatles is al eerder genoemd. In het nummer Aereal van Kate Bush is de opgenomen zang van een Merel gemanipuleerd tot een samenzang met de zangeres.
Daar heeft de Merel zijn schuwheid volledig afgelegd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten