Tijdens onze tuintelling zondagmiddag liet de Merel (Turdus merula) zich net een half uur niet zien. Dat moet toeval zijn want normaal is onze tuin is vast deel van een merelterritorium.
In de klassieke muziek zijn mij geen
composities met merelzang van voor 1900 bekend. Het lijkt erop dat Maurice
Ravel in 1905 de eerste was met zijn, duidelijk op merelzang geïnspireerde
pianostuk, Oiseaux Tristes. De eerdere afwezigheid van de Merel heeft
ongetwijfeld te maken met het feit dat de Merel heel lang een schuwe bosvogel is
geweest. Toch moet Beethoven hem op zijn minst gehoord hebben anders had hij
zeker niet het lied To the Blackbird geschreven. Daar komt hij overigens
alleen in de, op een Welsh volksliedje gebaseerde, tekst voor. (‘Uw
zoetvloeiende melodie streelt het oor.’). Beethoven heeft hem niet verklankt.
Een mooi merelstuk is ook Blackbird van
Henri Dutilleux uit 1950. Natuurlijk voert ook Olivier Messiean de Merel een aantal keren op, bijvoorbeeld in Le Merle Noir voor fluit en piano (1952). In het eerste deel
van zijn Quator Pour La Fin Du Temps (1941) wordt hij geciteerd door de klarinet. De viool speelt mee als Nachtegaal.
Niet verwonderlijk is het veelvuldige optreden
van de Merel in de popmuziek. Blackbird van de Beatles is al eerder genoemd. In het nummer Aereal van Kate Bush is de
opgenomen zang van een Merel gemanipuleerd tot een samenzang met de zangeres.
Daar heeft de Merel zijn schuwheid volledig
afgelegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten